Op zaterdag 26 mei 2018 werd in Antwerpen de honderdtiende Algemene Ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging gehouden.
We waren die dag te gast in het Museum aan de Stroom (MAS), dat opende in 2011. Het museum is gelegen in de oude haven op het Eilandje. Het MAS is een nieuw museum voor stad, haven en scheepvaart. De voormalige collecties van het Volkskundemuseum, het Nationaal Scheepvaartmuseum en deels van het Vleeshuis zijn erin ondergebracht.
Na afloop kregen de deelnemers de gelegenheid om ook het nabijgelegen Red Star Line Museum te bewonderen. Dit emigratiemuseum opende in 2013 en u kunt in dit allesbehalve klassieke museum in de voetsporen treden van de landverhuizers. Via stoomschepen van de Red Star Line maakten zo’n twee miljoen passagiers de oversteek van Antwerpen naar Noord-Amerika. In het Red Star Line Museum staat hun verhaal en dat van de rederij die hen vervoerde, de stad en de haven waaruit ze vertrokken, centraal.
Op zaterdag 10 juni 2017 werd in het Maritiem Museum Rotterdam de honderdnegende Algemene Ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging gehouden.
Wat hebben André Kuipers, Jan Huygen van Linschoten, Maria Sybilla Merian, Georg Rumphius, en Peter Kolbe met elkaar gemeen? Haalt de Linschoten-Vereeniging de opgelopen achterstand in uitgaven nog dit jaar weer in? En wat doet dat paard daar, hangend in die kraan op de kade?
Prikkelende vragen, waarop de leden tijdens en na de 109de ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging een antwoord hoopten te krijgen.
Op zaterdag 11 juni 2016 werd in het Nationaal Reddingmuseum in Den Helder de honderdachtste Algemene Ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging gehouden.
Fanatieke Texelgangers – en dat zijn er nogal wat, zelfs binnen het verenigings-bestuur – rijden er altijd langs op weg naar het veer: het Nationaal Reddingmuseum in Den Helder. En elke keer knaagt het besef dat je er nog nooit bent geweest en daar nodig eens naartoe zou willen. Dat kan: op 11 juni aanstaande zijn de leden van de Linschoten-Vereeniging van harte welkom in dit vorig jaar vernieuwde museum voor de jaarlijkse ledenvergadering. Een nieuw bestuurslid, nieuwe statuten, en een vernieuwd museum dat de moeite van een bezoek meer dan waard is: redenen te over om het aanmeldformulier in te vullen en op 11 juni naar Den Helder te komen – al was het maar om de volgende keer met een gesust geweten te kunnen doorrijden naar de boot!
Op zaterdag 13 juni 2015 werd in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen de honderdzevende Algemene Ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging worden gehouden.
In 2015 werd de ledenvergadering aan de oevers van de voormalige Zuiderzee gehouden. En hoewel de 19de-eeuwse Franse reiziger Henry Havard Enkhuizen als een van de “dode steden van de Zuiderzee" betitelde en de lezer van zijn in 1874 verschenen reisherinneringen aanraadde de stad nooit te bezoeken in het gezelschap van een inwoner met historisch besef – die zou alleen maar uitweiden over het rijke verleden, waarmee het contrast met het armoedige heden (anno 1873) zou worden benadrukt – is het met Enkhuizen nadien toch nog dik in orde gekomen.
De keuze van het bestuur voor Enkhuizen heeft iets weg van een bedevaart. Jan Huygen van Linschoten, aan wie de Vereeniging tenslotte haar naam te danken heeft, heeft in Enkhuizen gewoond (voor wie het weten wil: in de Breedstraat) en is er begraven in de Gomarus- of Westerkerk. En in de Westerstraat, op een steenworp afstand van de Westerkerk, staat het monumentale, uit 1617 daterende Corts Huis. En op de zolder van dat Corts Huis staat de voorraad oude werken van de Linschoten-Vereeniging.
Op zaterdag 14 juni aanstaande werd in Museum TwentseWelle in Enschede de honderdzesde Algemene Ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging gehouden.
Enschede is misschien niet de meest voor de hand liggende plaats voor een bijeenkomst van de Linschoten-Vereeniging, maar zoals de leden weten, publiceert de vereniging ook verslagen van reizen over land. De expositie O’Hanlons Helden. Ontdekkingsreizigers uit de 19de eeuw, die momenteel in Museum TwentseWelle wordt gehouden, was voor het bestuur aanleiding om de leden ditmaal diep de binnenlanden van Nederland in te lokken.
Op zaterdag 8 juni 2013 werd in Museumwerf ’t Kromhout te Amsterdam de honderdvijfde Algemene Ledenvergadering van de Linschoten-Vereeniging worden gehouden.
De Hoogte Kadijk is sinds de gouden eeuw het centrum van de scheepsbouw in Amsterdam. Van de vijftig werven – waar bijna vijfduizend mensen emplooi vonden – is alleen de in 1757 opgerichte werf ’t Kromhout overgebleven.
De werf wisselde in de loop der tijd vaak van eigenaar, maar ging wel met zijn tijd mee. In de jaren 1860 stapte men over op de bouw van ijzeren schepen. Revolutionair was ook de dubbele over-kapping uit 1888, die het mogelijk maakte onder alle weersomstandigheden door te werken. De werf was tevens de bakermat voor de legendarische Kromhoutmotoren. Nadat de productie daarvan in 1909 naar Amsterdam-Noord was overgebracht, legde de werf zich weer toe op nieuwbouw en reparatie tot de sluiting in 1967. Het complex begon daarna een tweede leven als Rijksmonument en museumwerf. Het museumgedeelte toont met diverse machines en gereedschappen de ontwikkeling van de scheepsbouw in Amsterdam in vervlogen tijden, met in de machinehal aandacht voor de Kromhoutmotor. Ook kunnen er op de werf nog steeds schepen worden gerepareerd. Het geheel is daarmee een levend industrieel monument, met alle verhalen die daaraan verbonden zijn.
En om het vertellen van verhalen is het de Vereeniging tenslotte te doen. De keuze voor deze locatie is dus minder vreemd dan ze op het eerste gezicht lijkt!
Pagina 2 van 4