In 2021 was het 400 jaar geleden dat de Banda-eilanden gewelddadig werden ontvolkt. Boekpublicaties, krantenberichten en congressen herinnerden ons dat jaar aan deze gewelddadige geschiedenis. Maar als er een initiatief is geweest dat die moeilijke geschiedenis bespreekbaar maakte en in conversatie bracht met het hedendaagse Banda, dan is het wel de online tentoonstellingswebsite Pala - Nutmeg tales of Banda van het Westfries Museum in Hoorn. Deze website neemt je mee op reis naar dat verleden aan de hand van fragmenten van geschreven en mondeling overgeleverde reisverhalen uit die tijd zelf, maar ze brengt je ook naar het Banda van vandaag de dag en laat zien hoe mensen daar het koloniale geweld herinneren en herdenken. De nootmuskaat, door Amitav Ghosh een vloek genoemd, vormt hier het aanknopingspunt van de vele verhalen. Een multimediale en meerstemmige aanpak inspireert en maakt nieuwsgierig naar het Banda van nu en van toen.

Met veel liefde voor detail slaagt de tentoonstelling erin om stemmen bij elkaar te brengen die nooit eerder bij elkaar zijn gebracht. Het biedt daarmee een blik op Banda in heden en verleden met een ongekende diepgang. Het is daarom met veel plezier dat de Linschoten-Vereeniging dit jaar de Linschoten-Penning aan het Westfries Museum in Hoorn uitreikt. Belangrijk om hier te onderstrepen is dat deze tentoonstelling voortkwam uit intensieve samenwerking en op vele schouders rust. Zo was er de elftallige redactieraad van historici, antropologen, een psycholoog en twee museumdirecteuren. Zij werkten weer samen met een breed scala aan auteurs, ontwerpers, filmmakers én nazaten uit Indonesië, Banda, Nederland en elders in de wereld. Het colofon telt niet voor niets 54 namen. Zo kwam de jury van de Linschoten-Penning er pas na selectie achter dat een van de medewerkers aan het project Tristan Mostert is, de huidige voorzitter van de Linschoten-Vereeniging. Een beetje ongemakkelijk voor hem misschien, maar zeker geen reden voor de jury om niet dit fantastische project van het Westfries Museum te eren met de Penning.

De Linschoten-Penning, die voor het eerst in 1998 werd uitgereikt, is bestemd voor een persoon, of een groep personen of een organisatie die, in welke vorm dan ook, aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, dat wil zeggen de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het reisverhaal, meer in het bijzonder binnen de Nederlandse letterkunde.
Pala, nootmuskaat in het Indonesisch, en de uitroeiing van een groot deel van de Bandanese bevolking in 1621 zijn het centrale onderwerp van de online tentoonstelling die in het midden van de coronapandemie is opgezet. De tentoonstelling biedt lezers, kijkers en luisteraars niet alleen een nieuwe, meerstemmige blik op het verleden, het is een virtuele reis naar het heden. Hoe hebben de gebeurtenissen in 1621 levens, families, gemeenschappen en samenlevingen gevormd? Hoe worden de gebeurtenissen door verschillende groepen herinnerd? De makers van de online tentoonstelling formuleren een genuanceerd beeld en laten veel stemmen horen, veelal uit Banda zelf. Naast historici, antropologen en archeologen komen ook filosofen, botanici, fotografen, filmmakers, nootmuskaattelers, familieleden en ook nakomelingen van de Banda Eli en Banda Elat gemeenschap, die nu op Kei Besar wonen, aan het woord.

De voorouders van deze families hebben de verschrikkelijke gebeurtenissen rond 1621 van dichtbij meegemaakt. Hun herinneringen worden van generatie tot generatie in de vorm van onotani doorgegeven. Deze onotani zijn gezongen verhalen over de reis van de Bandanese voorouders naar de Kei Eilanden. De herinneringen van de Banda Eli en Banda Elat gemeenschap zijn de meest aangrijpende onderdelen van de tentoonstelling.
En daarin zit hem dan ook de kracht van dit bijzondere project: mondeling doorgegeven verhalen worden op een innovatieve manier met gedrukte reisverhalen - bijvoorbeeld dat van François Valentijn - in gesprek gebracht. Naast teksten, bestaat de tentoonstelling uit meer dan zeven uur videomateriaal, ruim honderd illustraties en tientallen audiofragmenten. Door de combinatie van beelden, geluidsfragmenten, gesproken, en geschreven tekst ontstaat een rijkgeschakeerd beeld hoe de gebeurtenissen van 1621 doorwerken naar het heden. De vormgeving van de site is strak en helder. Daardoor komen alle elementen er heel goed uit: het nodigt continu uit om verder te dwalen door de website.

Tot slot: vanaf eind 2021 kunnen bezoekers op een bijzondere reis gaan die verleden en heden op een ongekende manier bij elkaar brengt. De jury van de Linschoten Penning feliciteert het Westfries Museum en de vele makers met Pala - Nutmeg Tales of Banda en hoopt dat de tentoonstelling in de toekomst nog veel meer bezoekers tot nadenken zal aanzetten. In een samenleving waarin individualisering en polarisatie soms de norm lijken, is een reisverhaal dat bijdraagt aan begrip en verbinding een ware verademing.

De jury feliciteert het Westfries Museum in Hoorn van harte met de toekenning van de Linschoten-Penning 2023!

24 juni 2023
De jury van de Linschoten-Penning 2023
Johan Francke, Alicia Schrikker, Andreas Weber

Reisverhalen vormen nog altijd een belangrijk deel van ons wereldbeeld. Met een reisverhaal betreed je een onbekende wereld aan de hand van persoonlijke ontmoetingen met vaak alledaagse mensen die je vergezellen op je tocht. Tijdens die reizen verwonderen, verbazen en bewonderen we als lezer hoe andere mensen en culturen omgaan met normen en waarden waarmee ook wij worstelen en onze samenleving inrichten. De Linschoten-Penning, die voor het eerst in 1998 werd uitgereikt, is bestemd voor een persoon, een groep personen of een organisatie die, in welke vorm dan ook, aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, dat wil zeggen de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het reisverhaal, meer in het bijzonder binnen de Nederlandse letterkunde. De Linschoten-Penning 2021 werd uitgereikt aan prof. em. Henk den Heijer, die meerdere zeventiende- en achttiende-eeuwse Nederlandse reisverhalen heeft bezorgd.

Verhalen over reizen bepalen ons beeld van de wereld – niet alleen in het verleden, maar ook in het heden, zoals de VPRO Reisseries op een indrukwekkende wijze laten zien. De Linschoten-Penning – voor het eerst in 1998 uitgereikt – is bestemd voor een persoon, of een groep personen of een organisatie die – in welke vorm dan ook – aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, d.w.z. de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het reisverhaal. De Linschoten-Penning is vaak toegekend aan personen die bijzondere publicaties hebben gerealiseerd. Dit jaar heeft de jury besloten de penning toe te kennen aan de VPRO Reisseries.

In een periode van tien jaar heeft de redactie van de VPRO Reisseries een indrukwekkend oeuvre van reisverhalen tot stand gebracht. Het zijn er meer dan 40 als we goed geteld hebben. De geografische spreiding is enorm: naast series die zich in Europa afspelen – zoals bijvoorbeeld Kunst in Europa, zijn er meer dan twintig series die de toeschouwer meennemen naar Afrika, Azië en de Amerika’s. Steeds weer lukt het de wisselende presentatoren om een verrassende insteek te vinden. Terwijl sommigen hun verhaal op een zeer persoonlijke manier benaderen (zie bijvoorbeeld Het Duitsland van mijn moeder en ook Van Dis in Indonesië) kiezen andere presentatoren er juist weer voor om bekende clichés nader te onderzoeken. Een voorbeeld is de reisserie Dwars door Afrika waar correspondent Bram Vermeulen zich afvraagt of Afrika ook daadwerkelijk zo “booming” is zoals iedereen beweert.

In 1998 besloot het toenmalige bestuur van de Linschoten-Vereeniging om ter gelegenheid van haar negentigjarig jubileum een penning in te stellen. Deze Linschoten-penning is bestemd voor een persoon, een groep personen of een organisatie die - in welke vorm dan ook - aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, dat wil zeggen de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het historisch reisverhaal. Dat kan dus zijn in de vorm van een tentoonstelling, een documentaire, een publicatie of een andere presentatievorm van culturele aard. In 2018 werd deze Linschoten-penning voor de veertiende maal uitgereikt.

Maar deze uitreiking is anders dan alle voorgaande keren. Normaliter wordt er een jury gevormd die het bestuur van de Linschoten-Vereeniging de naam van een geschikte laureaat voorstelt, en volgend jaar zal het toekennen van de penning opnieuw op de gebruikelijke wijze verlopen. Maar deze keer hoefde er geen jury aan te pas te komen – deze penning wordt eenmalig door het bestuur zelf toegekend. De reden daarvoor is dat deze toekenning eigenlijk heel vanzelfsprekend is, omdat we een persoon willen eren die een hele belangrijke positie in de geschiedenis van de Vereeniging inneemt, onze uitgever Pieter Schriks, die in 2017 op 52-jarige leeftijd is overleden.

In 2001 werd Bert Paasman benoemd tot bijzonder hoogleraar Koloniale en Postkoloniale Cultuur- en Literatuurgeschiedenis, namens de Stichting het Indisch Huis. Het was de apotheose van 20 jaar interesse voor en onderzoek naar de letterkunde van en over de voormalige Nederlandse koloniën. Die interesse ontstond tijdens zijn promotieonderzoek naar de achttiende-eeuwse briefroman van Elisabeth Maria Post. In 1984 verscheen zijn proefschrift Reinhart; Nederlandse literatuur en slavernij ten tijde van de Verlichting.

Jarenlang heeft Bert Paasman tientallen inspirerende werkgroepen geleid aan de Universiteit van Amsterdam. Op een ongekend enthousiaste en bevlogen manier wist hij studenten te inspireren en stimuleren. Binnen de vakgroep Historische Letterkunde werkte zijn gedrevenheid als een magneet: de werkgroepen zaten altijd overvol. Hij ontdekte de schatkamer van de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaartmuseum als belangrijke bron voor historisch letterkundigen. Samen met zijn studenten selecteerde hij een aantal interessante reisteksten uit deze collectie. In een volgende werkgroep werden deze reisteksten nader uitgediept en uitgewerkt tot een teksteditie. Dat leidde in 1990 tot de oprichting van wat wel het ‘jongere zusje van de Linschoten-Vereniging’ werd genoemd: Uitgeverij Stichting Terra Incognita. Daarnaast publiceerde Paasman artikelen in talrijke tijdschriften en naslagwerken.

Na het emeritaat van Bert Paasman is er helaas een belangrijke pleitbezorger voor het historische reisverhaal aan de Universiteit van Amsterdam weggevallen. Gelukkig zijn verschillende van zijn studenten nog steeds actief op dit terrein. Dat geldt niet in Nederland, want Paasman was ook gastdocent in Indonesië, Suriname, Zuid Afrika en verschillende Europese landen. Met de toekenning van de Linschotenpenning wil het bestuur van de Linschoten-Vereeniging haar waardering uitdrukken voor de manier waarin Bert Paasman heeft bijgedragen aan de belangstelling voor het reisverhaal.

De inzet en het enthousiasme van Bert Paasman droeg in belangrijke mate bij aan de toegenomen belangstelling voor het reisverhaal. Voor het leden van commissie was dat aanleiding om hem voor te dragen voor de Linschotenpenning 2007.

1 september 2009
De jury van de Linschotenpenning:
Hans Bonke, Ron Brand, Andrea Kieskamp

De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders is een van de vele verenigingen en organisaties die zich in Nederland bezighouden met het maritieme verleden. Hoewel in ontstaan en doelstellingen in veel opzichten anders dan de Linschoten-Vereeniging, weten de Kaap Hoorn-vaarders op een geheel eigen en effectieve wijze de aandacht te vestigen op de Nederlandse rol in de ontdekking van de wereld en de prestaties van Nederlandse zeelieden in de periode van de zeilvaart.

De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders is opgericht in 1985 om ‘de herinnering levend te houden aan de grote zeilvaart, in het bijzonder die rond Kaap Hoorn als hoogtepunt in de geschiedenis van het zeemanschap’. De wortels van de stichting zijn ouder: de in 1959 opgerichte Vereniging van Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders, gevormd door zeevarenden die Kaap Hoorn hadden gerond op zeilende vrachtvaarders. Dat was al in 1959 een uitstervende groep en daarom besloot men zestien jaar later tot de oprichting van de genoemde stichting. Inmiddels telt die een kleine 470 donateurs. Met een breed scala aan activiteiten tracht de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders haar doelstellingen te verwezenlijken. Zij beheert een oudheidkamer, gewijd aan de Nederlandse Kaap Hoorn-vaart. Die expositieruimte is uiteraard gevestigd in Hoorn, de stad waar de ontdekkers van de kaap, Schouten en Le Maire, vandaan kwamen. Verder treedt de Stichting in het voetspoor van haar rechtsvoorganger door Nederlandse jachtschippers die Kaap Hoorn hebben gerond een passende onderscheiding uit te reiken. Voor de donateurs organiseert de Stichting regelmatig – goed bezochte – lezingen over de Kaap Hoorn-vaart en andere maritiem-historische onderwerpen.

Verder treedt de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders sedert 2003 op als uitgever van een Nieuwsbrief (Kaap Hoorn-Journaal, twee maal per jaar) en een gestaag groeiende reeks publicaties op maritiem-historisch gebied, in het bijzonder over de Kaap Hoorn-vaart. Enkele voorbeelden daarvan zijn: De ronding van Kaap Hoorn in 1896 door het fregatschip “Nederland” door H. Hazelhoff Roelfzema met tekeningen door Ron van den Bos (1996), Scheepsmanoeuvres onder zeil (2004, door dezelfde auteur) en De schipbreuk van het barkschip Jan Hendrik op de Paulusrots, 1845 (2005). Bijzonder waardevol voor onderzoekers is ook de Lijst van Nederlandse koopvaardijschepen 1820 t/m 1900, samengesteld door G.N. Bouma (1998, supplement 2000).

Met de toekenning van de Linschotenpenning wil het bestuur van de Linschoten-Vereeniging haar waardering uitdrukken voor deze zustervereniging. De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders onderhoudt een warme band met haar donateurs, onder wie ook oud-zeevarenden, door lezingen en sociale evenementen. Daarnaast zijn de publicaties van de Stichting ook ver buiten de eigen kring van belang. In dit verband dient vooral de naam van de heer H. Hazelhoff Roelfzema te worden genoemd, die al jarenlang een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het hoge niveau van de publicaties. Vooral kennis van de navigatie en de praktijk van het zeilen met vierkantgetuigde schepen maken de publicaties waaraan hij meewerkte zeer waardevol voor ieder die zich met de geschiedenis van de grote zeilvaart bezig houdt. Tenslotte waardeert de jury de (her)uitgaven van reisjournalen en reisbeschrijvingen, waardevolle aanvullingen op de reeks van de Linschoten-Vereeniging.

13 september 2007
De jury van de Linschotenpenning 2006:
Remmelt Daalder, Hans Bonke, Diederick Wildeman