Reisverhalen vormen nog altijd een belangrijk deel van ons wereldbeeld. Met een reisverhaal betreed je een onbekende wereld aan de hand van persoonlijke ontmoetingen met vaak alledaagse mensen die je vergezellen op je tocht. Tijdens die reizen verwonderen, verbazen en bewonderen we als lezer hoe andere mensen en culturen omgaan met normen en waarden waarmee ook wij worstelen en onze samenleving inrichten. De Linschoten-Penning, die voor het eerst in 1998 werd uitgereikt, is bestemd voor een persoon, een groep personen of een organisatie die, in welke vorm dan ook, aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, dat wil zeggen de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het reisverhaal, meer in het bijzonder binnen de Nederlandse letterkunde. De Linschoten-Penning 2021 werd uitgereikt aan prof. em. Henk den Heijer, die meerdere zeventiende- en achttiende-eeuwse Nederlandse reisverhalen heeft bezorgd.

Verhalen over reizen bepalen ons beeld van de wereld – niet alleen in het verleden, maar ook in het heden, zoals de VPRO Reisseries op een indrukwekkende wijze laten zien. De Linschoten-Penning – voor het eerst in 1998 uitgereikt – is bestemd voor een persoon, of een groep personen of een organisatie die – in welke vorm dan ook – aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, d.w.z. de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het reisverhaal. De Linschoten-Penning is vaak toegekend aan personen die bijzondere publicaties hebben gerealiseerd. Dit jaar heeft de jury besloten de penning toe te kennen aan de VPRO Reisseries.

In een periode van tien jaar heeft de redactie van de VPRO Reisseries een indrukwekkend oeuvre van reisverhalen tot stand gebracht. Het zijn er meer dan 40 als we goed geteld hebben. De geografische spreiding is enorm: naast series die zich in Europa afspelen – zoals bijvoorbeeld Kunst in Europa, zijn er meer dan twintig series die de toeschouwer meennemen naar Afrika, Azië en de Amerika’s. Steeds weer lukt het de wisselende presentatoren om een verrassende insteek te vinden. Terwijl sommigen hun verhaal op een zeer persoonlijke manier benaderen (zie bijvoorbeeld Het Duitsland van mijn moeder en ook Van Dis in Indonesië) kiezen andere presentatoren er juist weer voor om bekende clichés nader te onderzoeken. Een voorbeeld is de reisserie Dwars door Afrika waar correspondent Bram Vermeulen zich afvraagt of Afrika ook daadwerkelijk zo “booming” is zoals iedereen beweert.

In 1998 besloot het toenmalige bestuur van de Linschoten-Vereeniging om ter gelegenheid van haar negentigjarig jubileum een penning in te stellen. Deze Linschoten-penning is bestemd voor een persoon, een groep personen of een organisatie die - in welke vorm dan ook - aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, dat wil zeggen de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het historisch reisverhaal. Dat kan dus zijn in de vorm van een tentoonstelling, een documentaire, een publicatie of een andere presentatievorm van culturele aard. In 2018 werd deze Linschoten-penning voor de veertiende maal uitgereikt.

Maar deze uitreiking is anders dan alle voorgaande keren. Normaliter wordt er een jury gevormd die het bestuur van de Linschoten-Vereeniging de naam van een geschikte laureaat voorstelt, en volgend jaar zal het toekennen van de penning opnieuw op de gebruikelijke wijze verlopen. Maar deze keer hoefde er geen jury aan te pas te komen – deze penning wordt eenmalig door het bestuur zelf toegekend. De reden daarvoor is dat deze toekenning eigenlijk heel vanzelfsprekend is, omdat we een persoon willen eren die een hele belangrijke positie in de geschiedenis van de Vereeniging inneemt, onze uitgever Pieter Schriks, die in 2017 op 52-jarige leeftijd is overleden.

In 2001 werd Bert Paasman benoemd tot bijzonder hoogleraar Koloniale en Postkoloniale Cultuur- en Literatuurgeschiedenis, namens de Stichting het Indisch Huis. Het was de apotheose van 20 jaar interesse voor en onderzoek naar de letterkunde van en over de voormalige Nederlandse koloniën. Die interesse ontstond tijdens zijn promotieonderzoek naar de achttiende-eeuwse briefroman van Elisabeth Maria Post. In 1984 verscheen zijn proefschrift Reinhart; Nederlandse literatuur en slavernij ten tijde van de Verlichting.

Jarenlang heeft Bert Paasman tientallen inspirerende werkgroepen geleid aan de Universiteit van Amsterdam. Op een ongekend enthousiaste en bevlogen manier wist hij studenten te inspireren en stimuleren. Binnen de vakgroep Historische Letterkunde werkte zijn gedrevenheid als een magneet: de werkgroepen zaten altijd overvol. Hij ontdekte de schatkamer van de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaartmuseum als belangrijke bron voor historisch letterkundigen. Samen met zijn studenten selecteerde hij een aantal interessante reisteksten uit deze collectie. In een volgende werkgroep werden deze reisteksten nader uitgediept en uitgewerkt tot een teksteditie. Dat leidde in 1990 tot de oprichting van wat wel het ‘jongere zusje van de Linschoten-Vereniging’ werd genoemd: Uitgeverij Stichting Terra Incognita. Daarnaast publiceerde Paasman artikelen in talrijke tijdschriften en naslagwerken.

Na het emeritaat van Bert Paasman is er helaas een belangrijke pleitbezorger voor het historische reisverhaal aan de Universiteit van Amsterdam weggevallen. Gelukkig zijn verschillende van zijn studenten nog steeds actief op dit terrein. Dat geldt niet in Nederland, want Paasman was ook gastdocent in Indonesië, Suriname, Zuid Afrika en verschillende Europese landen. Met de toekenning van de Linschotenpenning wil het bestuur van de Linschoten-Vereeniging haar waardering uitdrukken voor de manier waarin Bert Paasman heeft bijgedragen aan de belangstelling voor het reisverhaal.

De inzet en het enthousiasme van Bert Paasman droeg in belangrijke mate bij aan de toegenomen belangstelling voor het reisverhaal. Voor het leden van commissie was dat aanleiding om hem voor te dragen voor de Linschotenpenning 2007.

1 september 2009
De jury van de Linschotenpenning:
Hans Bonke, Ron Brand, Andrea Kieskamp

De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders is een van de vele verenigingen en organisaties die zich in Nederland bezighouden met het maritieme verleden. Hoewel in ontstaan en doelstellingen in veel opzichten anders dan de Linschoten-Vereeniging, weten de Kaap Hoorn-vaarders op een geheel eigen en effectieve wijze de aandacht te vestigen op de Nederlandse rol in de ontdekking van de wereld en de prestaties van Nederlandse zeelieden in de periode van de zeilvaart.

De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders is opgericht in 1985 om ‘de herinnering levend te houden aan de grote zeilvaart, in het bijzonder die rond Kaap Hoorn als hoogtepunt in de geschiedenis van het zeemanschap’. De wortels van de stichting zijn ouder: de in 1959 opgerichte Vereniging van Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders, gevormd door zeevarenden die Kaap Hoorn hadden gerond op zeilende vrachtvaarders. Dat was al in 1959 een uitstervende groep en daarom besloot men zestien jaar later tot de oprichting van de genoemde stichting. Inmiddels telt die een kleine 470 donateurs. Met een breed scala aan activiteiten tracht de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders haar doelstellingen te verwezenlijken. Zij beheert een oudheidkamer, gewijd aan de Nederlandse Kaap Hoorn-vaart. Die expositieruimte is uiteraard gevestigd in Hoorn, de stad waar de ontdekkers van de kaap, Schouten en Le Maire, vandaan kwamen. Verder treedt de Stichting in het voetspoor van haar rechtsvoorganger door Nederlandse jachtschippers die Kaap Hoorn hebben gerond een passende onderscheiding uit te reiken. Voor de donateurs organiseert de Stichting regelmatig – goed bezochte – lezingen over de Kaap Hoorn-vaart en andere maritiem-historische onderwerpen.

Verder treedt de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders sedert 2003 op als uitgever van een Nieuwsbrief (Kaap Hoorn-Journaal, twee maal per jaar) en een gestaag groeiende reeks publicaties op maritiem-historisch gebied, in het bijzonder over de Kaap Hoorn-vaart. Enkele voorbeelden daarvan zijn: De ronding van Kaap Hoorn in 1896 door het fregatschip “Nederland” door H. Hazelhoff Roelfzema met tekeningen door Ron van den Bos (1996), Scheepsmanoeuvres onder zeil (2004, door dezelfde auteur) en De schipbreuk van het barkschip Jan Hendrik op de Paulusrots, 1845 (2005). Bijzonder waardevol voor onderzoekers is ook de Lijst van Nederlandse koopvaardijschepen 1820 t/m 1900, samengesteld door G.N. Bouma (1998, supplement 2000).

Met de toekenning van de Linschotenpenning wil het bestuur van de Linschoten-Vereeniging haar waardering uitdrukken voor deze zustervereniging. De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders onderhoudt een warme band met haar donateurs, onder wie ook oud-zeevarenden, door lezingen en sociale evenementen. Daarnaast zijn de publicaties van de Stichting ook ver buiten de eigen kring van belang. In dit verband dient vooral de naam van de heer H. Hazelhoff Roelfzema te worden genoemd, die al jarenlang een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het hoge niveau van de publicaties. Vooral kennis van de navigatie en de praktijk van het zeilen met vierkantgetuigde schepen maken de publicaties waaraan hij meewerkte zeer waardevol voor ieder die zich met de geschiedenis van de grote zeilvaart bezig houdt. Tenslotte waardeert de jury de (her)uitgaven van reisjournalen en reisbeschrijvingen, waardevolle aanvullingen op de reeks van de Linschoten-Vereeniging.

13 september 2007
De jury van de Linschotenpenning 2006:
Remmelt Daalder, Hans Bonke, Diederick Wildeman

De 105 Werken van de Linschoten-Vereeniging hebben als onderwerp reizen, die "Nederlanders" naar de meest uiteenlopende plaatsen op aarde hebben gemaakt.
Dat betekent niet dat ze uitsluitend interessant zijn voor Nederlanders, want er is altijd sprake van een interactie tussen de schrijver en de lokale bevolking. Hoe multi-etnisch die reisverslagen zijn, blijkt duidelijk uit een willekeurige greep uit het laatste Tresoor, waarin u naast verwijzingen naar Chinezen, Indiërs, Japanners, Portugezen bijvoorbeeld ook Dnjepr-kozakken, Fanti, Khurasani en Janitsaren aantreft. Kortom: de Werken geven toegang tot een stuk gemeenschappelijk erfgoed.

Niet minder dan 69 werken hebben betrekking op Azië voor 1800. Dat de bron voor meerdere delen afkomstig is uit het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, zal niemand verbazen. De VOC was immers een uniek bedrijf dat bijna twee eeuwen lang een handelsimperium bezat dat zich uitstrekte van Kaap de Goede Hoop tot Japan en van Jemen tot Australië. Haar bedrijfsarchief is daardoor een goudmijn voor iedereen die de lokale geschiedenis of de gemeenschappelijke interactie tussen de landen en volkeren binnen het octrooigebied bestudeert. In sommige gevallen is het VOC-archief de oudste of zelfs de enige bron uit die tijd. De 25 miljoen pagina's VOC-administratie, die is verspreid over archieven in Jakarta, Den Haag, Colombo, Madras, Malakka, Kaapstad en Londen, is daarom in 2003 door de UNESCO op de wereld erfgoedlijst geplaatst.

Het is de grote verdienste van de laureaat voor de Linschotenpenning 2005, dat steeds meer jonge Aziatische en Westerse onderzoekers hun weg naar en in het VOC archief weten te vinden. Prof. dr. J. L. Blussé van Oud-Alblas (1946), sinds 1999 hoogleraar Aziatisch-Europese Betrekkingen aan de Universiteit van Leiden, noemt zichzelf in zijn website niet voor niets een bruggenbouwer. Opgeleid als sinoloog heeft hij zich steeds meer gericht op cultuurhistorisch onderzoek en de Europees-Aziatische betrekkingen. Hij zette zich er daarbij voor in om Europese en Aziatische (voornamelijk Nederlandse en Chinese) bronnen toegankelijk te maken voor iedereen. Voorbeelden hiervan is zijn bijdrage als redacteur van de uitgave van de Dagregisters van Deshima en Taiwan.
Daarnaast heeft hij talrijke wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Van zijn hand verschenen ook twee non-fiction boeken, waarvan Bitters Bruid in 1998 werd onderscheiden met de Gouden Uil in de categorie non-fictie.
Leonard Blussé was in 2004 de drijvende kracht achter het TANAP-project, waarin een groep van vooraanstaande VOC deskundigen, een internationale groep van jonge onderzoekers opleidt. TANAP, dat de afkorting is van Towards a New Age of Partnership, heeft inmiddels geleid tot een aantal promoties op onderzoek in de VOC-archieven. TANAP heeft inmiddels plaats gemaakt voor "Encountering a Common Past in Asian History", waarin verschillende TANAP-onderzoekers in eigen land het onderzoek voortzetten.

De inzet en het enthousiasme van Leonard Blussé hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de belangstelling voor het VOC archief als bron voor de gemeenschappelijke geschiedenis internationaal de afgelopen jaren enorm is toegenomen. Bovendien is door zijn inzet veel bronnenmateriaal voor degenen die het Nederlands of Aziatische talen niet machtig zijn, toegankelijk gemaakt. Voor de leden van de penningcommissie was dat aanleiding om hem voor te dragen voor de Linschotenpenning 2005.

De commissie: H. Bonke, R. Daalder, D. Wildeman.
September 2007

Het bestuur van de Linschoten-Vereeniging heeft besloten om ter gelegenheid van het jubileum in 1998 een penning in te stellen, de Linschoten-Penning. De penning is bestemd voor een persoon, een groep personen of een organisatie die - in welke vorm dan ook - aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt. Dat kan dus een tentoonstelling zijn, een documentaire, een publicatie of een andere presentatievorm van culturele aard.

 

 

De volgende laureaten hebben de voorbije jaren een penning uitgereikt gekregen:

  • Linschoten-Penning 1998: Arthur Japin, 'De zwarte met het witte hart'.
  • Linschoten-Penning 1999: Dirk Buiskool, 'De reis van Harm Kamerlingh Onnes, Brieven uit de Oost 1922 - 1923'.
  • Linschoten-Penning 2000: J. van Campen.
    J. van Campen werd genomineerd voor zijn studie De Haagse jurist Jean Theodore Royer (1737-1807) en zijn verzameling Chinese voorwerpen, in 2000 uitgegeven door Uitgeverij Verloren.
  • Linschoten-Penning 2001-2002: M. Peters en F. André de la Porte.
    Peters en André de la Porte ontvingen de penning voor hun boek In steen geschreven. Leven en sterven van VOC-dienaren op de kust van Coromandel in India, in 2002 gepubliceerd door Uitgeverij Lubberhuizen.
  • Linschoten-Penning 2003: Roelof van Gelder.
    Dr. Roelof van Gelder ontving de penning voor zijn boek Naporra's omweg: het leven van een VOC-matroos (1731-1793). Het boek is een bewerking van de autobiografie van een boerenzoon uit Oost-Pruisen, die zijn heil zocht als matroos bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
    In zijn juryrapport schetst juryvoorzitter Lodewijk Wagenaar de verdiensten van Van Gelders onderzoek naar de schrijver van het manuscript, dat zich sedert 1923 in de collectie van het Maritiem Museum Rotterdam bevindt. Het boek is een levendige schets van een protagonist die niet altijd wilde deugen, die tevens veel inzicht geeft in de inter-Europese migratie in de 18de eeuw. In zijn dankwoord karakteriseert Van Gelder zijn bekroonde boek als een biografie-in-context en wijst hij nog even op de nooit gerealiseerde plannen uit 1924 van uitgever Wouter Nijhoff om het manuscript onder auspiciën van de Linschoten-Vereeniging te laten verschijnen. Bijna tachtig jaar later kruisen de wegen van Naporra en de Vereeniging elkaar dan toch.
  • Linschoten-Penning 2004: Michel Chandeigne.
    De Franse uitgever Michiel Chandeigne ontving de penning voor zijn vertalingen van Nederlandse reisverslagen.
    In zijn juryrapport gaat jurylid Diederick Wildeman nader in op de activiteiten van de uitgeverij Éditions Chandeigne. In 1992 begon deze kleine uitgeverij onder de fondsnaam Collection Magellane met de publicatie van een reeks van Portugese reisverslagen in Franse vertaling, vier jaar later gevolgd door de eerste vertaling van een Nederlands reisverslag. Inmiddels heeft de Éditions Chandeigne vijf Nederlandse reisverslagen vertaald en gepubliceerd, waarmee het Franse publiek heeft kunnen kennismaken met de wederwaardigheden van mensen als Gerrit de Veer, Willem IJsbrantsz. Bontekoe en François Caron.
  • Linschoten-Penning 2005: Leonard Blussé.
    Prof. dr. J.L. Blussé is hoogleraar in de Europees-Aziatische betrekkingen aan de Universiteit Leiden en gastprofessor aan de universiteit van Xiamen. De inzet en het enthousiasme van Leonard Blussé hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de belangstelling voor het VOC archief als bron voor de gemeenschappelijke geschiedenis internationaal de afgelopen jaren enorm is toegenomen. Bovendien is door zijn inzet veel bronnenmateriaal voor degenen die het Nederlands of Aziatische talen niet machtig zijn, toegankelijk gemaakt. Voor de leden van de penningcommissie was dat aanleiding om hem voor te dragen voor de Linschotenpenning 2005.
    Lees meer ...
  • Linschoten-Penning 2006: de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders.
    De Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders is een van de vele verenigingen en organisaties die zich in Nederland bezighouden met het maritieme verleden. Hoewel in ontstaan en doelstellingen in veel opzichten anders dan de Linschoten-Vereeniging, weten de Kaap Hoorn-vaarders op een geheel eigen en effectieve wijze de aandacht te vestigen op de Nederlandse rol in de ontdekking van de wereld en de prestaties van Nederlandse zeelieden in de periode van de zeilvaart. Met de toekenning van de Linschotenpenning wil het bestuur van de Linschoten-Vereeniging haar waardering uitdrukken voor deze zustervereniging.
    Lees meer ...
  • Linschoten-Penning 2007: A.N. Paasman.
    prof. dr. A.N. Paasman is emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale cultuur- en literatuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.
  • Linschoten-Penning 2010: "Sailing letters". Juryrapport.
  • Linschoten-Penning 2013: Marijke Barend-Van Haeften. Juryrapport.
  • Linschoten-Penning 2015: Lodewijk Wagenaar. Juryrapport.
    Voormalig bestuurslid dr. Lodewijk Wagenaar kreeg de Linschotenpenning voor de wijze waarop hij belangstelling heeft weten te kweken voor de kennis over en het behoud van het VOC-erfgoed in Azië en met name op Sri Lanka. Daarnaast is Lodewijk een geboren verhalenverteller en heeft hij binnen en buiten Linschotenverband vele activiteiten ontplooid die de kennis van het historisch reisverhaal hebben bevorderd. De Linschotenpenning 2015 werd op 13 juni 2015 in Enkhuizen overhandigd.
  • Linschoten-Penning 2017: Louwrens Hacquebord. Juryrapport.
    Prof. dr. Louwrens Hacquebord is sinds 2013 emeritus-hoogleraar Arctische en Antarctische Studiën en voormalig directeur van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte onder meer onderzoek naar de 17de eeuwse walvisvaarders-nederzetting Smeerenburg op Spitsbergen en naar het Behouden Huys van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerk op Nova Zembla. Professor Hacquebord ontving de Linschoten-Penning 2017 voor zijn vele activiteiten en verdiensten op het gebied van de kennis van het Arctisch en Antarctisch gebied.
  • Linschoten-Penning 2018: Pieter Schriks
    De uitreiking van deze penning is anders verlopen dan alle voorgaande keren. Normaliter wordt er een jury gevormd die het bestuur van de Linschoten-Vereeniging de naam van een geschikte laureaat voorstelt. Deze penning werd eenmalig door het bestuur zelf toegekend. De reden daarvoor is dat we een persoon wilden eren die een hele belangrijke positie in de geschiedenis van de Vereeniging heeft ingenomen, onze uitgever Pieter Schriks, die in 2017 op 52-jarige leeftijd overleed.
    Lees meer ...
  • Linschoten-Penning 2019: VPRO Reisseries
    Verhalen over reizen bepalen ons beeld van de wereld – niet alleen in het verleden, maar ook in het heden, zoals de VPRO Reisseries op een indrukwekkende wijze laten zien. De Linschoten-Penning – voor het eerst in 1998 uitgereikt – is bestemd voor een persoon, of een groep personen of een organisatie die – in welke vorm dan ook – aan de doelstelling van de Vereeniging bijdraagt, d.w.z. de bevordering van de belangstelling voor en kennis omtrent het reisverhaal. De Linschoten-Penning is vaak toegekend aan personen die bijzondere publicaties hebben gerealiseerd. In 2019 heeft de jury besloten de penning toe te kennen aan de VPRO Reisseries.
    Lees meer ...
  • Linschoten-Penning 2021: Henk den Heijer
    Reisverhalen vormen nog altijd een belangrijk deel van ons wereldbeeld. Met een reisverhaal betreed je een onbekende wereld aan de hand van persoonlijke ontmoetingen met vaak alledaagse mensen die je vergezellen op je tocht. Tijdens die reizen verwonderen, verbazen en bewonderen we als lezer hoe andere mensen en culturen omgaan met normen en waarden waarmee ook wij worstelen en onze samenleving inrichten.
    De jury is onder de indruk van Den Heijers verdiensten om het reisverhaal als historische bron onder de aandacht van velen te brengen, als bezorger van meerdere zeventiende- en achttiende-eeuwse Nederlandse reisverhalen maar ook als pleitbezorger voor samenwerking tussen wetenschappers, museumconservatoren en andere liefhebbers van de maritieme geschiedenis om via interdisciplinaire kennisuitwisseling tot een beter begrip van de geschiedenis en nalatenschap te komen.
    Lees meer ...